Backpacken Dag 7
Allereerst willen wij even melden dat we, na een niet zo een soepele vlucht terug, veilig zijn aangekomen in Nederland! Wij zijn ons ervan bewust dat we een paar dagen achterlopen ;) We proberen dit deze week nog online te zetten, want we hebben nog ontzettend veel te vertellen! Wel moeten we hierbij vertrouwen op ons geheugen en is het soms moeilijk om de sfeer goed te herinneren als je omgeving alweer Nederlands is. Dus pin ons niet vast, maar geniet!
Zaterdag, 13 augustus
“een Boeddag”
Tim:
Het is kwart voor vijf als de wekker gaat. De verleiding om me nog eens om te draaien is groot, maar ik weet me er tegen te verzetten en maak Tjitske wakker. Met de nog om ons heen hangende slaaplucht stapten we in een tuktuk richting de Temple of the tooth. Gelukkig zijn de ochtendtemperatuurtjes in Sri lanka erg aangenaam. Eenmaal aangekomen, was het een drukte van jewelste, Monnikengezang klonk door de speakers en voor de ingang van het tempelcomplex stond een lange rij mensen, gekleed in het wit. We waren blijkbaar aan de late kant, want iedereen haastte zich richting de tempel. We legden onze schoenen onder dezelfde boom als de dag ervoor. Toen we bij de ticketcounter aankwamen, zagen we een enorme groep toeristen (voornamelijk Aziaten) wegrennen voor de bewakers bij de ticketcounter. Schijnbaar geen zin om een kaartje te kopen? Eerlijk als wij zijn, kochten we wel een kaartje (ca. 7 euro), wat achteraf niet had gehoeven, aangezien er voor de ingang van de tempel niet meer gecontroleerd werd.
De toegevoegde waarde aan ceremonie als deze, is dat het Octagon open is, een klein bibliotheekje met belangrijke, op palmbladeren geschreven Boeddhistische werken en dat je de tand van Boeddha daadwerkelijk kan zien, nou ja, het omhulsel dan. Daarnaast zie je veel mensen offeren en bidden en dit brengt een bijzondere sfeer met zich mee. In de eerste zaal bij binnenkomst, speelde een groep mannen in traditionele kledij een muziekstuk, met behulp van fluiten en trommels, we herkenden de melodie nog van de Perahera. Alles opgeteld, vond ik het een zeer bijzonder ervaring. Voor Tjitske was het allemaal wat minder spannend, want ze had het al een keer eerder gezien. Nadat we genoeg van het eerste deel van de tempel hadden gezien, liepen we naar een volgende zaal. Er was een indrukwekkende collectie van geschonken Boeddhabeelden en mooie prenten, die de geschiedenis van de tempel en bijzondere momenten uit het leven van Boeddha lieten zien. Na deze zaal verlieten we de tempel, om nog even over het Koninklijk complex heen te slenteren.
De koningen van Kandy resideerden naast de tempel. Het Boeddhisme en de kroon waren nauw verweven. De koning was ook de enige met toegang tot de heilige tand van Boeddha. Het gewone volk kreeg nooit de kans het relikwie te bezichtigen. Totdat koning Kirthi Sri Rajasinghe besloot de tand eenmaal per jaar, in een grote optocht, door de stad te laten gaan. Hij liet de optocht van de heilige tand samenvallen met een al bestaande Perahera. De erfenis hiervan is de optocht, die Tjitske en ik hebben gezien. Het hele spektakel is een soort imitatie van hoe het relikwie, in de 4e eeuw naar Sri lanka werd gebracht door prins Dantha en princes Hemamala. Dit ging gepaard met een feestelijke optocht vol dansers, vuurspuwers, soldaten, olifanten en uiteraard de prins en princes zelf, rijdend op olifanten. Helaas wordt tijdens het hedendaagse feest wel een replica gebruikt om diefstal of vernieling te voorkomen. In de 16e eeuw besloot de toenmalige koning van Kandy een grote tempel voor de tand te bouwen: “Sri Dalada Malagawa", oftewel, “The Temple of the sacred tooth”.
We hadden de tempel net verlaten, toen we opeens werden benaderd door een man. Hij wees trots naar z’n naamboordje, waaruit bleek dat hij een tempelmedewerker was en zei dat hij ons wel even een en ander zou laten zien, omdat hij veel kennis over de tempel zou bezitten. We volgden hem en de man nam ons in sneltreinvaart mee langs alle “must see plekken”. De plaats waar de koningen hun audiënties hielden, de slaapvertrekken en een klein zaaltje speciaal gewijd aan de olifant, die de tand maar liefst 50 jaar op rij heeft gedragen. Helaas moest alles in een hoog tempo en hij bood behoorlijk vaak aan even een fotootje van ons te maken: “stand there, I make you picture.” Aan het einde van de toch wel 10 minuten durende rondleiding, vond de man een vergoeding wel op zijn plaats. Ach ja, 400 rupees, een bedrag gelijk aan 2 en een halve euro.
’s Middags hadden we niet lang meer in Kandy, het leven van een reiziger gaat snel en de volgende locatie lag al op ons te wachten. We pakten de bus richting Dambula, omdat we de volgende dag het nabijgelegen “Sigiriya” (“Lions rock”) zouden bezoeken. De reis van ongeveer 70 kilometer nam iets meer dan 2 uur in beslag. In Dambula kwamen we aan bij ons zeer knusse B&B’tje. Er waren weinig voorzieningen, maar het was er gezellig, de gastvrouw was erg behulpzaam en het was tenslotte maar voor één nacht. Het was ook erg mooi meegenomen dat we op 100 meter afstand sliepen van Dambulla’s beroemde grottempels, waardoor er een grote gouden Boeddha over ons waakte wanneer wij sliepen. Eigenlijk stond deze bezichtiging niet op ons programma, maar ja, wanneer je op kruipafstand slaapt, kan je het moeilijk links laten liggen. Tjitske had ook dit al gezien, maar vond het niet erg de klim naar de grotheiligdommen bovenop een berg nog een keer te maken. Diezelfde avond nog begonnen we aan de lange reeks trappen. Gelukkig werden we onderweg vermaakt door talloze apen. Eenmaal boven aangekomen, konden we genieten van de zonsondergang en het uitzicht vanaf de berg. Ja, het was de klim zeker waard. Vervolgens betraden we de grotten. De reden voor het ontstaan van de grottempeltjes is tot op de dag van vandaag mysterieus. De donkere, warme ruimtes staan vol met Boeddhabeelden, op de wanden is haast geen plekje zonder fresco te vinden en wanneer je een blik naar boven werpt is het door het golvende verloop van de grotwand net alsof je tegen een kleurrijk, gekreukeld tapijt aan kijkt. De tientallen, starende, beelden maakten het aparte geheel bijna griezelig.
Toen we buiten kwamen, was het al pikdonker. We daalden af, keerden terug naar ons hostel en schreven nog iets voor de blog. De dag was alweer voorbij, de eerste helft van mijn Sri Lankaans avontuur zat erop.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}